
Gemeentebestuur van Meise teruggefloten - Rooilijnaanpassing vernietigd door Vlaams minister Peeters
Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters vernietigde begin december 2022 een voorgestelde rooilijnaanpassing. De gemeenteraad van Meise aanvaardde de opheffing en verplaatsing van twee voetwegen op vraag van een kapitaalkrachtige en invloedrijke eigenaar in deelgemeente Wolvertem. Trage Wegen, Schampavie en een particulier tekenden succesvol beroep aan.
Controversieel dossier met lange voorgeschiedenis
Al in 2010 slaagde de eigenaar - na vele pogingen - erin om een voetweg 34 die dwars door zijn eigendommen liep, te laten verplaatsen naar de rand van zijn percelen. Wandelaars en fietsers moesten daardoor voortaan een stevige omweg maken rondom het domein van de eigenaar. Tegen deze verlegging rees destijds zoveel protest dat de deputatie van Vlaams-Brabant een korte doorsteek van drie meter breed voor functionele wandelaars en fietsers op het officiële rooilijnplan liet opnemen.
De oorspronkelijke voetweg werd onmiddellijk omgeleid, maar het duurde meer dan twee jaar vooraleer ook de verplichte, korte doorsteek enigszins bruikbaar werd. De inrichting van die doorsteek liet niets aan de verbeelding over: het was duidelijk dat de eigenaar dat hij geen weggebruikers op de officiële doorsteek wenste. De doorsteek is amper 1 meter breed en afgesloten door twee poorten. Op de weide worden af en toe stieren opgesteld. De eigenaar stelde zelfs enige tijd bewakingscamera's op die op de verbindingen uitkeken.
Een buurtbewoner zag deze evolutie met lede ogen aan. Hij maande het gemeentebestuur van Meise meermaals aan om de korte doorsteek op de voorziene breedte van het rooilijnplan te heropenen. Zonder hinderlijke afsluitingen, dieren en camera's op de weg. Daarop legde het college van burgemeester en schepenen een aantal deadlines op aan de weerspannige eigenaar. De man legde die zich stuk voor stuk naast zich neer. En gemeente ging nooit over tot de handhavingsmaatregelen die voorzien zijn in het Gemeentewegendecreet.
Deze uitsnede uit het rooilijnplan van 2010 toont de angel van het dossier: een voldoende brede en veilige doorsteek. Tot vandaag is de doorsteek slechts een smalle doorgang doorheen het domein van de aanvrager. Geregeld bevinden er zich stieren op de weg.
Omgevingsvergunningaanvraag zonder voorwerp
Eind 2021 ondernam de eigenaar een zoveelste poging om de voetweg 34 de facto op te heffen. Hij diende een aanvraag tot omgevingsvergunning in voor het "realiseren van een recreatief terrein", waarin toevallig ook een rooilijnplan werd opgenomen dat de voetweg 34 gedeeltelijk opheft en gedeeltelijk verplaatst. De omgevingsvergunningsaanvraag bevatte echter geen vergunningsplichtige handelingen. Voor de beoogde aanleg van een "grasweg" is immer geen omgevingsvergunning nodig. Tussen het niet-vergunningsplichtige "voorwerp" van de vergunning en het ingediende rooilijnplan was er had bovendien geen verband. Lees: de eigenaar kan perfect de grasweg aanleggen zonder dat de bestaande ligging van de wegen dit zou verhinderen.
En dan gebeurde er iets vreemd: het gemeentebestuur van Meise keurde de omgevingsvergunningaanvraag in de eerste plaats ontvankelijk. Het bestuur negeerde daarmee dat deze aanvraag duidelijk wilde misbruik maken van de geïntegreerde procedure die het Gemeentewegendecreet voorziet om een weg te verleggen.
De inrichting van de doorsteek ontmoedigt de passage en komt niet overeen met het rooilijnplan.
Gemeenteraadsbeslissing volgt gedwee
In de loop van het openbaar onderzoek werden verschillende bezwaarschriften neergelegd die deze onverkwikkelijke gang van zaken aankaartten - naast nog een reeks andere problematische elementen van de vergunningsaanvraag. En toch werd met die bezwaren geen rekening gehouden en volgde de gemeente Meise gedwee de "aanvraag" van de rooilijnaanpassing.
In de beslissing van de gemeenteraad op 16 mei 2022 gaat ze zonder wezenlijke eigen beoordeling mee in deze aanvraag". Nochtans is een autonome motivering van de gemeenteraad een essentiële vereiste in de procedure die het Gemeentewegendecreet voorschrijft. Daarbij moet ze zich baseren op de artikels 3 (doelstellingen) en 4 (principes) van het Gemeentewegendecreet.
Het volstaat dus niet de motiveringsnota van de aanvrager van de omgevingsvergunning over te nemen en deze nota uitgebreid te verdedigen. Het helpt natuurlijk ook niet dat de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar zélf oordeelt dat de rooilijnaanpassing onmogelijk te motiveren valt in het kader van het algemeen belang. Dat doet vermoeden dat het hele dossier overgoten is met een flinke saus lokale politiek.
Nog geen week later, op 23 mei 2022, wordt de omgevingsvergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
Teruggefloten door de Minister
Trage Wegen, Schampavie en een buurtbewoner dienden eind juni
2022 apart beroep in tegen deze omgevingsvergunning bij de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant en bij de Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters. In dat beroep wordt ook een
wegenisberoep tegen de gemeenteraadsbeslissing opgenomen. Op 16 december
2022 vernietigde minister Peeters de gemeenteraadsbeslissing. Vreemd genoeg behandelt de minister enkel het beroepsschrift van Schampavie inhoudelijk. Het
beroep van Trage Wegen en de betrokken particulier wordt een week later
"zonder voorwerp" bestempeld, omdat de beslissing reeds vernietigd is.
Jammer van onze moeite.
Beoordeling: gered door de doelstellingen en principes uit het Gemeentewegendecreet
Samen met Schampavie (en de andere beroepsindieners) stelt de minister vast dat het
dossier mangelt omdat het niet kan verantwoord worden vanuit het
algemeen belang. We zijn bijzonder verheugd dat het decreet
expliciet het belang van het behoud van het tragewegennet vooropstelt.
De beslissing van de minister stelt: "Volgens de beroepsindiener gaat de bestreden beslissing eraan voorbij dat de doelstelling opgenomen in artikel 3 van het Decreet Gemeentewegen nochtans uitdrukkelijk voorziet in de bescherming van het bestaande fijnmazig netwerk voor trage wegen en dit zowel op recreatief als op functioneel vlak. De recreatieve functie van de trage weg kan op zich dus geen rechtvaardiging vormen voor de afschaffing van het tracé (...). Met het Decreet Gemeentewegen staat de doelstelling van het behoud van bestaande trage wegen duidelijk voorop. Een verplaatsing of opheffing van een bestaande trage weg is daarbij de uitzondering en kan slechts ter sprake komen nadat nagegaan werd welke impact dit alles heeft op het bestaande netwerk en dient daarbij steeds het principe van de ladder van Lansink te worden gehanteerd. Behoud geniet daarbij steeds de voorkeur boven verplaatsing of opheffing.
Samen met de beroepsindiener moet worden vastgesteld dat de trage weg (...) volgens het bestaande tracé (...) nog steeds gebruikt wordt en de verplaatsing ervan (...) nadelige impact tot gevolg heeft voor de gebruikers en wandelaars. Het is bovendien duidelijk dat de verplaatsing (...) niet is ingegeven vanuit de doelstelling tot behoud, herwaardering en bescherming van het bestaande en in gebruik zijnde fijnmazig netwerk. Nergens wordt in de bestreden beslissing trouwens inhoudelijk duidelijk gemaakt op welke wijze de gedeeltelijke wijziging, de gedeeltelijke verplaatsing en deels opheffing van de gemeenteweg (...) toch zou bijdragen tot de doelstelling van het behoud en de bescherming van het fijnmazig netwerk voor trage wegen."
En ook over het "algemeen belang" treedt de minister de bezwaren bij:
"Samen met de beroepsindiener moet worden vastgesteld dat met de gedeeltelijke wijziging, de gedeeltelijke verplaatsing en deels opheffing van de gemeenteweg (...) uitsluitend beoogd wordt dat het tracé van de gemeenteweg nr.34 niet langer dwars door het eigendom van de aanvrager zou lopen. De motivering (...) dat de impact van de omleiding op het algemeen belang echter slechts relatief zou zijn gezien de huidige recreatieve functie van de gemeenteweg kan niet worden aangenomen en overtuigt niet want druist volkomen in tegen de principes en doelstellingen van het Decreet Gemeentewegen waar de recreatieve en functionele trage wegen op voet van gelijkheid moeten worden behandeld."
Deze passages tonen alvast de waarde aan van de artikelen 3 en 4 uit het Gemeentewegendecreet. Geen vrijgeleide voor opheffingen en omleggingen louter op vraag van één eigenaar. Dit is een uiterst belangrijke beslissing.
Strava-data tonen aan: het doorsteekje is tot heden in gebruik, zelfs al wordt de passage ervan sterk ontmoedigd.
Snode plannen gaan niet door
In elk geval zitten de snode afschaffingsplannen voorlopig in de kast. De deputatie van Vlaams-Brabant heeft de omgevingsvergunning niet kunnen weigeren, omdat de
gemeenteraadsbeslissing intussen vernietigd is én omdat de omgevingsvergunningsaanvraag werd ingetrokken. Toch zijn we niet geheel
tevreden over die vernietigingsbeslissing. Zo weigerde de minister in
te gaan op het argument dat er eigenlijk geen omgevingsvergunning kon
worden aangevraagd, omdat ze beweert dat dit buiten haar
toetsingsbevoegdheid valt. We hopen dat de deputatie dit wel uitklaart
en het gehele gedrocht van een vergunningsaanvraag ook op dat aspect
naar de vuilnisbak verwijst. De deputatie moet beslissen vóór 8 april 2023.
Het verslag van de provinciale omgevingsambtenaar wijst in elk geval in die richting:
"Het betreft hier het gebruik van de grond als een trage weg. Dergelijk gebruik van de grond is niet te beschouwen als de invulling van een recreatief terrein zoals bepaald in artikel 4.2.1, 8° VCRO. Evenmin worden er andere stedenbouwkundige handelingen gevraagd, het betreft een grond in gras. Ook in het verleden zijn er geen werken uitgevoerd die een regularisatie vragen. Voorliggende aanvraag tot de aanleg/verlegging/afschaffing van trage wegen werd ingediend binnen een verkeerde procedure. Aanvragen waarbij niet de correcte procedure is toegepast in eerste aanleg, dienen in beroep geweigerd te worden."
Het is een - jammerlijk - mirakel dat deze aanvraag op zich al door de ontvankelijkheidsscreening in eerste aanleg is geraakt. Lees: hier is toch met een uiterst welwillend oog naar gekeken.
Het is nu meer dan hoog tijd dat de gemeente Meise handhaaft een aantal pijnpunten op het doorsteekje aanpakt: een breedte conform het huidige rooilijnplan, het verwijderen van de obstakels en het weren van gevaarlijke dieren op de openbare weg. Wordt ongetwijfeld vervolgd.