Moerbeke 6
30 jan.
Burgerparticipatie
Florerende routes
In de kijker

In de kijker: het nieuwe jaar brengt een gloednieuwe werkgroep in Moerbeke-Waas

We hebben het jaar 2024 nog maar goed en wel ingezet en we mogen al goed tragewegennieuws brengen. Enkele enthousiaste vrijwilligers in Moerbeke-Waas stapten het nieuwe jaar in als volleerde werkgroep. Ze vonden dat er, zoals velen onder ons, nog te weinig gedaan werd voor trage wegen in hun gemeente, en wilden woord bij daad voegen. Wij gingen in gesprek met Lieven, Geert, Christine en Marc.

Van links naar rechts: Lieven, Geert, (Roever) en Christine

Hoe ziet het huidige tragewegenbeleid eruit in Moerbeke-Waas? Wat waren jullie breekpunten?

“Als je naar het grondgebied van Moerbeke-Waas kijkt, kan je dat mooi opsplitsen in een noordelijk en zuidelijk deel”, vertelt Lieven. “Met de Moervaart, die dwars door het gebied loopt, als ‘broeksriem’ van de gemeente. Het zuidelijk deel, zo’n 40 procent van de gemeente, is volledig onbewoond. Dat is prachtig gebied om te gaan wandelen. Er is veel landbouw en heel veel jagers. Ook grootgrondbezitters hebben daar enorme jachtdomeinen in eigendom.”

“Met de pandemie werd het voor iedereen duidelijk wat voor een prachtig wandelgebied dat wel niet is”, voegt Christine toe. “Heel veel mensen zijn toen ook onverharde wegen gaan opzoeken, waarvan het gebied doorweven is. Er staan dan wel overal bordjes verboden toegang, maar de mensen liepen daar gewoon door. Belangrijk is wel dat die wegen daar gewoon liggen hé. Het is niet zo dat je daar dwars door een akker of een bos moet lopen. Dat zijn stuk voor stuk enorm mooie trage wegen, die jammer genoeg enkel gebruikt worden door tractoren.”

“In dat heel dat gebied, toch wel een dikke vijftien vierkante kilometer, loopt maar één enkele officiële buurtweg,” gaat Lieven verder. “En die loopt dan nog eens deels door een natuurgebied, niet echt interessant om als hefboom te gebruiken voor het tragewegenbeleid. Voor ons kan het eigenlijk niet dat er zo’n mooi gebied, waar de wegen al aanwezig zijn, niet toegankelijk is voor wandelaars. Maar of we daar iets kunnen bereiken zal allemaal een beetje afhangen van de goodwill van de eigenaars. En de medewerking van de gemeente natuurlijk.”

“Ten noorden van de Moervaart hebben we evenzeer een heel mooi gebied liggen, met open landbouwgebied, wat dijkjes, en het Heidebos”, vult Lieven aan. “Maar ook hier zijn de wandelmogelijkheden beperkt. Het Heidebos (2.6 km², red.) is een mooi voorbeeld van de goodwill van landeigenaars waar we op zullen moeten rekenen als werkgroep. Vroeger was dat immers allemaal jachtgebied, tot het met de eeuwwisseling door Natuurpunt werd opgekocht en opengesteld als natuurreservaat.”

Hebben jullie dan een goede band met het gemeentebestuur?

“Geen slechte band, geen goede band”, antwoordt Christine.

“Geen band eigenlijk”, lacht Geert.

“Ze voelen wel dat er iets beweegt, de gemeente”, gaat Christine verder. “Ze zien het belang van recreatie in open ruimte in. En dat er vanuit de inwoners enorm veel belangstelling voor is. Dat is voor hen ook een stimulans om na te denken over trage wegen en hun beleid. Ik heb wel vertrouwen in de gemeente, daar is echt een verandering aan de gang. Vroeger waren ze heel sterk verbonden met de jagers, de boeren en de grootgrondbezitters. Nu wordt het belang van trage wegen stilaan erkend door de gemeente. Ze voelen dat de druk van de bevolking uit groter en groter wordt, en dat ze die uiteindelijk niet gaan kunnen tegenhouden.”

“Maar, het is en blijft jachtgebied”, sluit Christine af. “Ze willen liever geen pottenkijkers, want vanop de wegeltjes kan je overal voederbakken voor het wild zien staan, wat eigenlijk helemaal niet mag. Dat is de reden is dat ze alles afschermen, denk ik.”

Waar liggen jullie prioriteiten als splinternieuwe werkgroep?

“Het zuidelijk deel van Moerbeke-Waas is er zeker een van”, antwoordt Lieven meteen. “Het herbergt de Moerbeekvallei, waar Agentschap Natuur en Bos (ANB) druk in de weer is met een uitbreiding van de aanwezige natuurgebieden. Maar daar mogen we niet al te veel over vertellen, aangezien het nog in zijn beginfase is. Feit is wel dat er enige natuurontwikkelingen aan zitten te komen, waar we onze tragewegenkar graag zouden aanspannen. We mogen dat zeker niet laten liggen. In februari wordt een beheerplan opgemaakt, dus nu is het gouden moment om eens contact op te nemen, en mee in gesprek te gaan rond de toegankelijkheid van dat gebied.”

“In 2019 heeft de gemeente, in samenwerking met Trage Wegen, een inventarisatie gemaakt van alle trage wegen in Moerbeke-Waas”, gaat Lieven verder. “Die toont mooi aan dat we eigenlijk al over een prachtig tragewegennetwerk beschikken. Een andere prioriteit is dan ook een oplossing te zoeken naar het grootste probleem waarmee onze gemeente te kampen heeft. Te veel van die trage wegen worden kapotgereden door tractoren, verhard, of vervangen door een fietssnelweg. De gemeente heeft feitelijk een heel ander idee over tragewegenbeleid als ons. Zij willen liever schone gebetonneerde wegels of een parking naast het wandelgebied. Dat is voor hen allemaal werken aan trage wegen. Wij hebben daar een heel ander idee over.”

“Een volgend punt, en eentje waarin de gemeente misschien makkelijker zal meegaan, ligt bij nieuwe bouwprojecten, nieuwe wijken of verkavelingen die worden gerealiseerd”, vertelt Lieven verder. “Met onze werkgroep willen we ervoor instaan dat er voortaan ook kleine wegen, trage wegen, langs en tussen zo’n projecten lopen. Zo geraken mensen ook vlotter van punt A naar B in hun eigen dorp. En zal de auto eindelijk niet langer koning zijn is in het dorp. Ik denk dat de gemeente daarin sneller zal meegaan, omdat we daar geen gevoelige snaar raken. Integendeel, het kan het dorp alleen maar aangenamer voor de bewoners maken.”

“We hebben dus heel veel ideeën, een gebrek daaraan zal zeker het probleem niet zijn”, sluit Lieven lachend af.

Hoe is de werkgroep ontstaan? Of het idee om een werkgroep op te starten?

“Het is eigenlijk allemaal begonnen met een klein genootschap dat we hadden opgericht, waarmee we nieuwe wandellussen in Moerbeke-Waas ontwikkelden”, vertelt Christine. “Samen hebben we in oktober een activiteit in elkaar geknutseld voor de Dag van de Trage Weg, waarmee we wilden aanvoelen hoeveel interesse er voor trage wegen was in de gemeente. Veel van de aanwezige wandelaars waren ook verbaasd van de hoeveelheid trage wegen in hun eigen gemeente, en waren ook heel enthousiast.”

“Het feit dat we een werkgroep zijn van Trage Wegen vzw is ook heel belangrijk voor ons”, sluit Lieven aan. “Dan krijg je toch meteen wat meer krediet, wat meer slagkracht. Anders wordt er al snel over je heen gekeken. We wilden het onderwerp trage wegen ook niet laten ondersneeuwen. Wij willen als werkgroep de aandacht op de trage wegen vestigen, en concreet dingen realiseren. Vooral voor dat laatste is het wel belangrijk dat je kennis achter je hebt waarop je kan terugvallen. “

Wat waren voor jullie de doorslaggevers om een echte werkgroep op te richten?

“Die is voor ieder van ons een beetje anders denk ik”, begint Christine. “Voor mij was de voornaamste reden dat er te veel in de schuiven belandde. Er werden wel voorstellen gedaan rond trage wegen, maar daar werd helemaal niets mee gedaan. Het feit dat we ons hebben laten erkennen als werkgroep geeft een duidelijk signaal dat we er ook effectief tijd in willen steken, en dat trage wegen op de politieke agenda thuishoort.”

“Voor mij is het vooral de onbereikbaarheid van zoveel wegen”, gaat Lieven verder. “Dat stoot mij echt tegen de borst. Dat vind ik écht niet kunnen. Terwijl dat eigenlijk wegen zijn waar wij vroeger met de jeugdbeweging over mochten wandelen. We hebben er zelfs droppings gedaan. We moesten dat uiteraard aanvragen, maar er werd nooit moeilijk over gedaan. En nu wordt het plotseling beschouwd alsof de wandelaars lastposten zijn. Sinds de pandemie en de influx aan wandelaars, worden er ook overal verbodsborden geplaatst. Een tegenreactie op iets dat met gemak een positief verhaal had kunnen zijn. In Moerbeke-Waas hebben we eigenlijk geen tragewegennaambordjes nodig, je kan de verbodsborden gebruiken om de trage wegen te vinden”, sluit Lieven al lachend af.

“Ik denk dat Christine en Lieven het al mooi verwoord hebben”, voegt Geert toe. “Voor mij waren dat ook de doorslaggevers om een werkgroep op te richten. Al is een van mijn specifieke strijdpunten ook de boeren die met hun gigantische machines over trage wegen denderen. Machines die nota bene steeds groter en groter worden. En hoewel Christine optimistisch is over ons gemeentebestuur, zie ik het niet zo rooskleurig in. Ik geef even een voorbeeld: een van de trage wegen in onze gemeente komt uit op een vrij drukke steenweg. De gemeente heeft daar een perceeltje gekocht, een klein populierbosje, waar ze een parking van wil maken. Zogezegd omdat er een tekort aan parking is in Moerbeke-Waas. Maar er is al een parking aan de andere kant van de straat, en daar staat nooit iemand. Dat slaat dus nergens op. Een ander excuus dat ze aanhalen is dat de scholieren van de parking gebruik zouden kunnen maken om samen naar school te kunnen fietsen. Maar daarvoor moeten ze twee keer de straat oversteken. De eigenlijke reden? Zodat de tractoren hun bocht om het dorp binnen te rijden veel gemakkelijker kunnen nemen. Dat is eigenlijk het versnellen van de boeren. Ze mogen niet vertraagd worden, niet opgehouden worden. Dat gebeurt niet alleen op deze specifieke plaats, maar in heel Moerbeke-Waas. En daar wil ik dan ook een punt van maken met deze nieuwe werkgroep.”

“En dat de onverharde wegen onverhard moeten blijven, dat is misschien nog te weinig in het licht gezet”, sluit Lieven nog snel af. “Dat is zeker ook een van onze strijdpunten.”