DSC07367
4 apr.

Hoe fijn zou het zijn om Wegspotter te zijn?

Tien jaar geleden, in 2014, werd er een oproep voor Wegspotters in het Tems’ weekblad “De Nieuwe Omroeper” geplaatst. Het was toentertijd een van de eerste gemeente die het Wegspotter-initiatief een kans gaf. En als fervente wandelaar gaf ook Bruno het project een kans. Een gesprek met een van de hoekstenen van de Temse’se Wegspotters.

De Espolder, in de volksmond gekend als 'Den Esch'

Vanwaar kwam jouw motivatie om deel te nemen aan Wegspotters?

“Ik wandel sowieso al heel graag,” gaat Bruno van start. “Ik probeer toch iedere dag een wandelingetje van één à twee uur te maken. Aan dat wandelen wou ik, als Wegspotter dan, ook graag een doel koppelen. Ik wandel nog steeds evenveel als vroeger, maar nu hou ik er ook de trage wegen in Temse mee proper.”

Wanneer heb jij de wandelkriebel te pakken gekregen?

“Mijn wandelpassie is zo’n 40 jaar geleden begonnen,” antwoordt Bruno meteen. “Toen heb ik als jonge gast – ik zal niet ouder als 21-22 jaar geweest zijn – met een paar vrienden de rugzak en de tent ter hand genomen. Ik ben toen door de Gorges du Verdon gestapt, in Zuid-Frankrijk. En dat was zo enorm meegevallen, we hebben daar zo van genoten, dat we sindsdien elk jaar opnieuw met hetzelfde groepje opstap gaan. Al 40 jaar lang (glimlacht).”

“Ik moet wel toegeven dat we het ondertussen wat kalmer aandoen. We zijn ondertussen ook allemaal op leeftijd natuurlijk. Meestal is het nu eerder van hotelletje naar hotelletje, of zelfs in een vast wandelgebied een huisje huren. Maar de trektochten met de rugzak en het tentje, dat hebben we toch zo’n 30 jaar volgehouden. Door Frankrijk. Schotland en Italië ook. We zijn zo eigenlijk door heel Europa gestapt.”

Kun je me wat meer vertellen over het begin van de Wegspotters in Temse?

“Er was heel wat enthousiasme voor die oproep,” vertelt Bruno. “We zijn met een vrij grote groep vrijwilligers, ik geloof een 40-tal vrijwilligers, voor heel Temse. En ieder van ons neemt vijf à zes trage wegen onder zijn hoede. Natuurlijk waren er op het einde van de verdeling ook een paar minder populaire wegen overgebleven die niemand op zich wou nemen, dus heb ik dat dan maar gedaan (lacht). Af en toe neem ik er ook een wegje bij als ik er toevallig passeer op een wandeling en ik zie dat er iets mis is.”

“Maar het werk zelf valt dan ook enorm mee, ik ben hier maar een dagje of drie mee bezig per maand,” gaat Bruno verder. “De app is enorm handig om dingen als overwoekering, vuilnis, of een missend bordje direct mee door te geven, en dan wordt dat ook meteen opgelost door de gemeente. Voor sommige vrijwilligers gaat werken met de app wel niet zo vanzelfsprekend, maar die help ik dan al snel eens. Dan ga ik even langs of neem ik hen mee op stap.”

Is er veel ruimte, en aandacht , voor groen en trage wegen in Temse?

“Zeker wel”, antwoordt Bruno. “Het meertje waar we nu rondwandelen bijvoorbeeld, Den Esch, is een groene oase die de gemeente heel goed beheerd. Het is vanouds een buitendijks poldergebied. Maar na het definitieve einde van de scheepsnijverheid in Temse in de jaren '90 kreeg Den Esch de kans om uit te groeien tot een waardevolle groene parel midden in het centrum. Toen kon je er ook elke winter op schaatsen, maar dat is al een tijdje niet meer mogelijk. Vandaag de dag kan je er wel altijd rustig wandelen en genieten van de vele eendjes die op de vijver dobberen. Met wat geluk kan je er ook een vos of zilverreiger spotten. Je kan wel niet helemaal rond het meertje stappen, delen van de oever zijn private grond. Wat jammer is, maar daar is weinig aan te doen als wandelaar.”

“Men is nu bij de gemeente ook bezig met een Beleidsplan Ruimte voor 2050, waar ik ook wat aan meewerk”, voegt Bruno toe. “Dat er toekomstgerichte aandacht voor de ruimte in Temse is, dat kunnen we dus wel zeggen ja. Zeker naar verharding toe, we liggen immers net naast de Schelde. In de laatste jaren is er dan ook enorm veel bijgebouwd. Hier in Temse hadden we vroeger een scheepswerf, genaamd de Boelwerf, de enige aan de Schelde gericht op zeeschepen. Het oude havengebied is nu herbestemd, en is half woonuitbreidingsgebied, half industriegebied geworden. Een laatste restant van die historische werf is de Boelwerfkraan, die sinds kort trouwens erkend is als beschermd monument.”

Mocht je een ding kunnen veranderen aan het tragewegenbeleid, wat zou het zijn?

“Goh, als ik echt mocht kiezen? Dan zou ik toch de mogelijkheden bekijken om bepaalde trage wegen die er nu al zijn, op elkaar te laten aansluiten. Om die missing links stuk voor stuk te realiseren, en zo een beter en fijnmaziger netwerk aan trage wegen en doorsteekjes te creëren. Daar zijn zeker mogelijkheden. Maar goed, ik weet natuurlijk niet welke gronden privaat zijn, en wat de mogelijkheden zijn. Maar mochten we dat kunnen doen…” sluit Bruno af met een dromerige blik.