DSC07624
17 jun.

Werkgroep in de kijker: Trage Wegen Hoogstraten, waar trage wegen en erfgoed samenkomen

Trage wegen hebben vaak een grote erfgoedwaarde. Anders dan veel andere werkgroepen, was die erfgoedwaarde voor Trage Wegen Hoogstraten de directe aanleiding om in de bres te springen voor zieltogende trage wegen in hun gemeente. Een gesprek met Stan Geysen van Trage Wegen Hoogstraten.

Jullie zijn niet ontstaan als een klassieke tragewegenwerkgroep, maar voortgevloeid uit een vereniging rond erfgoed?

“Dat is helemaal juist”, antwoordt Stan. “In Hoogstraten is de vereniging Erfgoed Hoogstraten vzw actief, met aandacht voor ons onroerend, roerend en immaterieel erfgoed. Binnen de vereniging zijn verschillende werkgroepen actief, waaronder eentje rond oude voetwegen, waar ik ook deel van uitmaak. Die is opgericht in 2005. We vertrokken met het in kaart brengen van de oude kerkwegels, en andere belangrijke oude voetwegen. We zijn toen al die oude voetwegen – toen ging het echt nog over historische voetwegen, en niet echt over het begrip ‘trage wegen’ – gaan afstappen, inventariseren en speurden naar oude kaarten en foto’s. Algauw merkten we dat er een aanzienlijk aantal heel oude wegen door Hoogstraten liepen.”

“Logischerwijs gingen we onderzoeken hoe die wegels ontstaan waren”, gaat Stan verder. “Wat hun statuut was. Liepen we over private wegen, of waren ze erkend als openbare weg? Voor een antwoord op al die vragen, kom je al gauw uit bij de Ferrariskaart en vooral de Atlas der Buurtwegen. We ontdekten dat er hier veel meer paden waren dan dat er lijnen zijn in 'de atlas'. Inmiddels weten we dat het daarbij om zogenaamde ‘feitelijke buurtwegen’ ging en dus net zo goed openbare wegen.

We schaafden ook onze juridische kennis bij. Daarin maakten we grote sprongen voorwaarts nadat we kennismaakten met Steven van Trage Wegen. In onze inventaris noteerden we de bestaande én ook de verdwenen trage wegen. Omdat we - vanuit historisch perspectief - het interessant vonden te zien waar er vroeger allemaal voetwegen lagen. Ook hun belang, vroeger en nu, brachten we in kaart. Veel van die voetwegen verdwenen met de opkomst van de auto en door de ruilverkavelingen in de jaren ‘60 en ’70. Die landinrichtingsprojecten werden nietsontziend over het landschap uitgerold waardoor tientallen trage wegen in het buitengebied verdwenen.”

“Dat was zowat ons werkingsgebied, weliswaar overkoepeld door Erfgoed Hoogstraten”, sluit Stan af. “Na een tijd merkten we meer en meer dat niet enkel de erfgoedwaarde van trage wegen belangrijk is. Er speelt ook een aspect van veiligheid en mobiliteit. Van natuurbelevingen van recreatie. Toen is onze focus langzaam maar zeker ‘opgeschoven’ naar trage wegen als moderne weginfrastructuur, en het beschermen en herwaarderen daarvan. Al is en blijft erfgoed alsnog belangrijk voor ons natuurlijk.”

Stan, bij het immer nat Stippenstappenpad

Hoe belangrijk is die erfgoedwaarde van trage wegen in Hoogstraten? En hoe zetten jullie die in?

“Het is zo dat Hoogstraten in de middeleeuwen vrij belangrijk was”, vertelt Stan. “Hoogstraten bevindt zich op het kruispunt van verspillende belangrijke handelsroutes. We liggen op een dagreis van Antwerpen, Breda, Lier en ’s Hertogenbosch. Henrik I Hertog van Brabant gaf de stad in 1210 de vrijheidsrechten waardoor ze tol mocht heffen. Het Gelmelslot, beter bekend als hét kasteel van Hoogstraten, heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de lokale geschiedenis. Het kasteel bood de bevolking bescherming en onderdak in tijden van nood. En tegelijk trok het ook vijandelijke troepen aan. Als residentieplaats van de heren, graven en hertogen van Hoogstraten kreeg het kasteel ook hooggeplaatste bezoekers zoals Maximiliaan van Oostenrijk, Maria van Bourgondië, Filips de Schone, Karel V, aartshertog Ferdinand... We hebben hier ook twee UNESCO werelderfgoed-sites op een steenworp van elkaar: het Begijnhof en sinds enkele jaren ook Wortel-Kolonie.”

"Door dat cultuurhistorisch aspect van trage wegen ontdekken mensen ook het recreatief potentieel van trage wegen. Bijvoorbeeld het eeuwenoude Stipstappepad, dat over de loop van enkele kilometers verschillende erfgoedmonumenten met elkaar verbindt: van de kerk van Minderhout, tot de Onze Lieve Vrouwkapel van de Akker. Ook de oude pastorij het Withof en de gerestaureerde watermolen – de Laermolen – komen aan de beurt. Verder meandert het pad langsheen het oude kasteel tot de kerk van Wortel. Het hele gebied waar het Stipstappepad doorloopt, is door de loop van de jaren heen zo goed als onaangeroerd gebleven. Daardoor heeft het gebied zijn cultuur-historische waarde kunnen behouden. Gelukkig bleef het beekdal van de Mark dat hier paalt aan de Nederlandse grens gespaard van ruilverkaveling.”

Dat gebied vol erfgoed, zijn daar nog plannen voor? Hoe wordt dat beschermd?

“Vorig jaar is beslist dat er toch een ruilverkaveling zal komen in dit deel van Hoogstraten, gelukkig met veel aandacht voor de bestaande trage wegen. Er is nu besloten dat het Stipstappepad in ere hersteld moet worden, als historisch brede voetweg met een dubbele eikenrij. Wij hopen dat dit allemaal kan doorgaan en dat er niet wordt teruggekrabbeld.”

Is dat het cultuurhistorisch kader waar jullie in te werk gaan?

“Dat klopt”, antwoordt Stan. “Het herstellen en beschermen van die oude historische sites en de voetwegen die hen verbinden. Wortel en Hoogstraten-centrum zijn zo goed als volledig volgebouwd. We hebben hier niet echt een park of groen binnen de stad. Maar als we erin slagen om de ankerplaats van het kasteel van Hoogstraten te beschermen en op te waarderen, kan dit gebied een soort cultuurhistorisch landschapspark worden. Een samensmelting van erfgoed en recreatie, als het ware."

Hoe gaan jullie concreet met erfgoed en trage wegen aan de slag?

“Als je rond erfgoed werkt, is het belangrijk dat je een aantrekkelijk verhaal kan brengen”, vertelt Stan. “Zo kan erfgoed een hefboom zijn voor het behoud en het herwaarderen van een trage weg, daar ben ik van overtuigd.

Neem bijvoorbeeld de Tikkenhaenweg. Even tussen haakjes: die naam komt van de ‘Tikkenhaan’, een driepuntige hoed die pastoors vroeger weleens droegen. De Tikkenhaan werd daardoor een ander woord voor de pastoor. Sprak je over de pastoor, dan had je het over den Tikkenhaen die op bezoek kwam!” “Het unieke van de Tikkenhaenweg is dat deze op, of beter gezegd over, de grens België-Nederland loopt”, gaat Stan verder. Wegen lieten zich niet door grenzen tegenhouden. Het gehucht Castelré hoort bij de gemeente Baarle-Nassau (dus Nederland), maar volgens de kerk hoorde het - door de grillen van de geschiedenis - altijd al parochieel bij Minderhout. Kortom: de pastoor van Minderhout, die woonde op ‘t Withof, gebruikte waarschijnlijk deze buurtweg als de kortste route naar zijn parochianen in Castelré… Klinkt logisch, toch?”

“Door dit soort verhalen van onder het stof te halen, hebben we de weg onder grote belangstelling kunnen heropenen op de Dag van de Trage Weg 2011. Onder het toeziend oog van de Belgische én de Nederlandse burgemeester en met goedkeurend applaus van meer dan 400 aanwezigen. Een tof extraatje: één van ons was toen verkleed als pastoor, met een Tikkenhaan op natuurlijk, die het wandelpad inzegende.”

Als afsluitertje: mochten jullie nu meteen één ding kunnen veranderen in het hele tragewegenverhaal in Hoogstraten, wat zou dat zijn?

“Dat de gemeente mee is in het verhaal, hé”, antwoordt Stan lachend. “Dat ze beseffen hoe belangrijk alle facetten van trage wegen zijn. Zowel op vlak van natuurbeleving, als voor veiligheid voor de actieve weggebruiker. Ook vanuit het perspectief van erfgoed- en recreatiewaarde. Dat de gemeente durft op komen voor de trage wegen zelf, en de onwettige afsluitingen of innames een halt wordt toegeroepen. Communiceer ook open over het feit dat trage wegen openbare wegen zijn, die door de gemeente worden onderhouden, zodat trage weggebruikers er onbelemmerd gebruik van kunnen maken. Durf daar als gemeente ook over te communiceren. (Historische) trage wegen zijn gewoonweg van onschatbare waarde voor een gemeente.”